“Alleenstaande moeders worden door het feminisme over het hoofd gezien.”

‘Moeders armoede mag kind niet raken’
Alleenstaande moeders zijn de eenzaamste groep, vinden Anja Meulenbelt en Eva Yoo Ri Brussaard. Het feminisme heeft hen overgeslagen.

Anja Meulenbelt vindt dat ze in het feminisme nog wat goed te maken heeft. Ze werd een beroemdheid in de vrouwenbeweging van de jaren zestig, publiceerde De schaamte voorbij en Het moederboek over haar echtscheiding en opvoeding van haar zoon alleen, maar toen ze twee jaar geleden op uitnodiging van alleenstaande moeder Eva Yoo Ri Brussaard aanwezig was bij een bijeenkomst van Stichting Single SuperMom, dacht ze: we hebben steken laten vallen. “Alleenstaande moeders zijn door het feminisme over het hoofd gezien.”

De ‘goedmaker’ ligt er nu met hun gezamenlijke boek Er is een land waar alleenstaande moeders willen wonen. Het is eigenlijk een pamflet over de volgens Brussaard ‘eenzaamste en armste bevolkingsgroep in Nederland’, die een volwaardig leven onmogelijk wordt gemaakt door een samenspel van geldgebrek, onvoldoende goedkope huisvesting, seksisme en racisme op de arbeidsmarkt, ingewikkelde toeslagensystemen en falende hulpverlening.

“Ik ben me op die avond bij Single SuperMom kapot geschrokken”, zegt Meulenbelt. “Mijn zoon komt inmiddels bijna in aanmerking voor een seniorenwoning”, knipoogt ze, “maar ik zag dat er in al die jaren voor vrouwen niets verbeterd is. Integendeel.” Steeds meer kinderen groeien op in een eenoudergezin, inmiddels een op de zes. In 87 procent van deze gezinnen staat een moeder aan het hoofd; driekwart leeft op of onder de armoedegrens. Coronatijden maken deze moeders en hun kinderen nog kwetsbaarder.
Steeds meer kinderen groeien op in een eenoudergezin, inmiddels 1 op de 6

“Toen ik op mijn zestiende zwanger raakte, werd adoptie als een oplossing gezien om niet in een leven van armoede te geraken”, zegt Meulenbelt. “Maar ik heb mijn kind gehouden en nam hem overal mee naartoe. In de vrije jaren zestig kon dat. Mijn ouders hielpen ons financieel een beetje, maar desondanks is hij veel tekortgekomen. Nu zijn er subsidies en bijstandsregelingen voor alleenstaande ouders, maar die gaan voorbij aan wat we als samenleving moeten gaan erkennen: dat kinderen opvoeden ook werk is.”

Het feminisme is teveel gericht geweest op betaald werk voor vrouwen, vindt Meulenbelt. “We zijn de vrouwen vergeten die de zorgtaken van de goedbetaalde werkende vrouwen inmiddels overnemen. De oppassen en de werksters die met een zwart baantje het hoofd net boven water kunnen houden, maar ook kinderen thuis hebben.”

Brussaard kreeg als alleenstaande moeder de keuze om kippen te komen plukken in een fabriekshal. “Maar ik wist dat als ik dat deed, ik nooit meer uit de armoede zou komen.” Het ergste dat Brussaard als alleenstaande moeder is overkomen, is dat de Kinderbescherming haar zoon Floris uit huis plaatste. Het was in de periode dat ze leefde van een bijstandsuitkering en huursubsidie, en een juridisch gevecht met de vader (die Floris nooit heeft willen zien) haar geestelijk opbrak. “Als ouders kinderen geen stabiele thuissituatie kunnen bieden, bijvoorbeeld zij de huur niet meer kunnen betalen en op straat gezet worden, brengt Jeugdzorg kinderen bij een pleeggezin onder”, vertelt ze. “Pas als je een woning hebt gevonden, kan een kind terugkeren. Maar door het gebrek aan betaalbare huizen kan dat heel lang duren. Als een kind dan gehecht is geraakt aan het pleeggezin, is het de vraag of het nog terugkeert. Gelukkig is het mij na drie maanden, na een taai gevecht, gelukt Floris terug te krijgen. Maar het was de donkerste tijd van mijn leven.”

Stress om inkomen, angst om je huis en misschien ook wel je kind kwijt te raken, speelt alleenstaande moeders parten. “Die angst voelt een kind ook”, zegt Brussaard. “Door alle geldzorgen die ik had, hebben we niet kunnen genieten van veel mooie momenten die er ook geweest zijn. Floris ging op zijn zestiende studeren in Amerika; het is wonder hoe hij dat bereikt heeft. Er waren voor hem wel subsidieregelingen om een laptop, een fiets of een pakket kleding te krijgen, maar ik moest voor deze ‘cadeautjes’ iedere keer de hand ophouden. Dat geeft een kind geen zelfvertrouwen.”

“Als we kinderarmoede willen bestrijden, dan moeten we naar de armoede van de ouders kijken”, zegt Meulenbelt. In het boek staan aanbevelingen om alleenstaande ouders te helpen om zorg en werk te combineren. Ze geloven wel dat er onder een nieuw kabinet al iets kan verbeteren. Brussaard: “Het minimumloon kan omhooggaan, misschien komt er gratis kinderopvang. Maar de huisvesting moet ook beter, en laten we stoppen met het rondpompen van die ‘cadeautjes’ voor arme kinderen maar dat geld vooral inzetten zodat kinderen zich geen zorgen hoeven te maken om hun ouders.”

Tekst: Laura van Baars
Foto: Maartje Geels